Wie graag wil barbecueën, maar niet weet hoe hij een goed vuur moet maken, kan ik het omgekeerde vuur ten zeerste aanraden. Ik ga er wel van uit dat je je bbq volledig met hout stookt en dat je niet van zin bent om een ganse avond vlees te bakken.
Bij een omgekeerd vuur (upside down fire / top down fire) leg je de dikste stukken hout van onder en de dunste van boven. Je steekt je vuur ook niet van onder aan, maar van boven. Het grote voordeel bij dit soort vuur is dat je na het aansteken van je vuur, je niets meer moet doen. Ga bij je gasten zitten, of ga met een aperitief rond het vuur staan.
Steek je vuur tijdig aan. Dit vuurtje heeft bijna een uur gebrand vooraleer ik het rooster erop gooide. Gooi je vlees pas op het rooster als alle vlammen gedoofd zijn en er enkel nog gloeiende houtskool overblijft.
Deze hoeveelheid hout (een mix van wilg en eik) was net voldoende om ons avondeten te bakken. Wil je langer kunnen bakken, dan moet je ofwel veel meer dik hout op de bodem leggen, ofwel houtskool bijgooien wanneer je vuur het dikke hout bijna verteerd heeft.