Tegenwoordig begint Komen Eten meer op een aflevering van F.C. De Kampioenen te lijken. Niet omdat ze niet kunnen voetballen, maar omdat het zo voorspelbaar wordt allemaal. Ten eerste heb je 4 gasten. Meestal twee mannen en twee vrouwen. Een oudere vrouw en een jong poepke. Pas aan het werk of nog studente. Van de mannen is er ene een homo en de andere een (wannabe) macho.
Vaste scènes in elke aflevering: het onthaal, het aperitief, voorgerecht of soepje, hoofdgerecht en dessert. Toegegeven: dat is nogal normaal ‘t zou anders geen kook-programma zijn.
Bij elke scène duiken de volgende elementen op:
- De “ik ben normaal niet zo een aperitief-man, maar dit vind ik wel lekker”-man. Aperitief kan je vervangen door elk ingrediënt dat er die avond zal voorkomen, maar zal minstens één gast dit zinnetje uitspreken.
- Chapeau. Chapeau dit, chapeau dat. Ik kan het woord chapeau niet meer horen. Zeg toch gewoon, goed gedaan, echt lekker, heel leuk, schitterend, uitstekend. En als je het dan toch met een hoofddeksel wilt uitdrukken, zeg dan: “hoedje af” of “hier doe ik mij hoed voor af”. Ik heb echt een degout van het woord chapeau. Of moet ik zeggen dat ik er de pest aan heb?
- Cuisson. Zeg gewoon: dat is goed gebakken. Zever niet over cuisson. Zonder Mijn Restaurant zou je niet eens geweten hebben wat het wou zeggen.
- De welverdiende punten. Een welverdiende 8 of 9, dat kan je nog zeggen. Alles minder dan 8 mag je niet meer benoemen met welverdiend.
En toch kijk ik daar naar hé…
Heel erg, maar ‘chapeau’ is me nooit opgevallen 😉