Als je gewoon bent om vroeg op te staan, is het geen probleem om dat ook te doen op een dag waarop je mag telewerken. De tijd die je anders spendeert aan pendelen kan je ook vullen met wat lichaamsbeweging. Zeker nu de zon ‘s morgens weer elke dag wat vroeger opkomt, en de temperaturen ver boven het vriespunt blijven.
Op een woensdag morgen is het langs het kanaal op het jaagpad tevens veel rustiger dan op een zondag morgen als alle wielertoeristen op stap zijn. Mijn conditie begint ook te beteren. De gemiddelde snelheid klimt langzaamaan omhoog terwijl de gemiddelde hartslag een dalende trend vertoont. 10 km in minder dan 45 minuten, wat maakt dat ik op een goed uur en een kwartier na het opstaan, gewassen en gestreken aan mijn tele-werkdag kan beginnen. En dat is exact de tijd die ik anders nodig heb om tot Brussel te sporen.
De km teller voor april en mei staat ondertussen al op 65 km. Dat is minder dan ik zou willen, maar ik moet mijn pezen en gewrichten de tijd gunnen om aan te sterken. Voor het ogenblik is het mijn spronggewricht dat moeilijk doet. En ik heb mijzelf voorgenomen om niet te skaten totdat de pijn volledig weg is. En dat zal een week of twee drie kunnen duren.
Om de opgebouwde conditie niet te verliezen wissel ik af tussen longboarden, crosstrainen, kettlebellen en fietsen. Op naar dat strakke strand lichaam 😉