Een hele tijd geleden ben ik eens een nachtje gaan geocachen. Niet alleen omdat ik door de dag tijd moet maken voor allerhande familiale aangelegenheden, maar ook omdat ik graag zonder gevaar voor mogelijke “muggles” wil kunnen zoeken naar een geocache.
De nacht was al goed verlopen, want ik had mijn naam al in verschillende logboekjes mogen noteren. Ik begon een beetje moe te worden, maar besloot toch om nog verder te gaan. Ik zou de laatste van de avond gaan ophalen, en dan naar huis gaan. ‘t Zou beslist een mooie afsluiter worden. De geocache waar ik mijn zinnen op gezet had lag in een bos dat omringd was door velden. De ingang van het bos was goed te bereiken via de verkavelingswegen. Ik kon mijn auto parkeren tot op een goeie 50 meter van de cache.
Meteen toen ik uit de auto stapte overviel het bos mij. Enkele seconden voordien zat ik nog in een veilige cocon, en nu stond ik in een donker en onbekend bos. Mijn ogen hadden zich nog niet aangepast aan de plotse duister en ik was nog helemaal niet eigen aan de omgeving waarin ik mij bevond. Iets wat je veel minder hebt wanneer je al wandelend het bos zou betreden.
Mijn hart bonkte in mijn keel, maar toch besloot ik om mijn missie verder te zetten. Ik probeerde mijzelf te overtuigen dat in België de mens nog steeds bovenaan de voedselketen staat. Beetje bij beetje beginnen mijn ogen te wennen aan de duisternis en raak ik gewoon aan de geluiden in het bos. Ik neem mijn gps bij de hand en stap stilletjes naar de cache-locatie. Ik probeer hierbij zo weinig mogelijk geluid te maken. Niet alleen omdat ik geen dieren wil doen verschrikken (die mij dan weer verschrikken) maar ook om er zeker van te zijn dat ik de Zombies zou kunnen horen aankomen.
De gps leidt mij naar een plekje in het bos dat hoofdzakelijk bestaat uit hazelaar. Een dicht begroeid bosje dus waarin je niet ver vooruit kan kijken. Ik zit al enkele minuten gehurkt rond te zoeken op de plek waar mijn gps het nulpunt aangeeft wanneer ik plots in de verte een ijzige kreet hoor van een vrouw in nood. Niettegenstaande mijn eerste gedacht “pubers in het bos” was, ging mijn nekhaar rechtstaan en sloeg mijn hart een slag of twee over. Ik probeerde te luisteren of ik reactie kon horen van de andere pubers, gelach of geroep, maar ik hoorde niets. Tien seconden later, weer een ijzige kreet, dit keer een stuk dichterbij dan de eerste keer. Toen ik de ijzige kreet een derde keer hoorde, nog luider en dichter dan de vorige twee keren en daarbovenop ook nog eens iets hoorde lopen door het dichte bos, koos ik het hazenpad.
Zonder twijfel een nieuw persoonlijk record op de 50m. Instappen ging vliegensvlug en ik denk dat het niet te chronometreren valt hoe vlug mijn deur op slot was. Er zat iets in dat bos was uit was op geocachers…
Eens in de auto voelde ik mij weer veilig. Ik ben rustig naar huis gereden en heb die nacht goed geslapen. ‘s Anderen daags bij daglicht ben ik de cache gaan loggen. Ik kon geen sporen vinden van geocacher-etende zombies, maar het heeft mij toch een tijdje bezig gehouden welk dier mij zo de stuipen op het lijf heeft gejaagd.
Totdat ik onderstaand filmpje op youtube vond:
Het was zonder twijfel een schreeuwende vos. Zeg nu zelf, zou jij alleen in het bos willen zitten terwijl je dit geluid hoort en niet weet wat het is?