Gisteren morgen, zoals gewoonlijk, de vroege trein genomen om te gaan werken. Net na het instappen komt de treinbegeleider al mijn vervoersbewijs controleren. Ik nestel mij zo goed en zo kwaad mogelijk en probeer om nog wat verloren slaap in te halen. Ik word na een tweetal minuten eigenlijk al terug gewekt door iemand die op een deur zit te kloppen. Ik geef er geen aandacht aan, en probeer om terug in te dutten. Er wordt weer op de deur gekopt (hard geklopt, zacht gekopt) en even later hoor ik ook geroep “hallo, is daar iemand”.
Ik besluit als enige reiziger om dan toch maar eens op onderzoek te gaan. Het geluid komt vanuit het toilet.
– “Hallo, ik zit vast, help mij hier eens uit. Ik krijg de deur niet open.”
Samen proberen we om de deur van de wc open te trekken, maar er is maar weinig beweging in te krijgen.
* “Lukt niet” zeg ik, “ik krijg er niet veel beweging in. Ik zal de treinbegeleider erbij gaan halen, die is juist nog voorbijgekomen.”
– “Ik BEN de treinbegeleider, we moeten harder aan de deur trekken”
Ik moest er even mee lachen. Stel u voor, de treinbegeleider vast op het toilet. Wie gaat dan de deuren opendoen bij de volgende halte? Een paar forse rukken later ging de deur gelukkig open. Net op tijd, want we waren bijna aan het volgende station.
“Waarschijnlijk is het water op” zei de treinbegeleider, “dan sluit het toilet zich vanzelf af”. Niet handig als je er zelf nog opzit dacht ik bij mijzelf.
De treinbegeleider nam zijn gsm en ik stapte terug naar mijn zitplaats. Ik hoorde hem nog vertellen: “Ik ben eruit geraakt, ‘t is in orde”.
De rest van de treinrit is iedereen stil en rustig gebleven, ik heb nog een uurtje kunnen maffen. De trein: elke dag een nieuw avontuur.
Hahaha, schitterend verhaal! We zouden echt een boekje moeten maken met dit soort verhalen.