Vorig jaar dacht ik al dat ik een pop van een ligusterpijlstaart gevonden had. Het bleek toen om een andere nachtvlinder te gaan.
Dit is een pop van een ligusterpijlstaart:
En daar ben ik heel zeker van. De ligusterpijlstaart zat in een betonnen plantenbak. Zo van die dingen die ze dertig jaar geleden mooi vonden. Er was voor de rups geen uitweg mogelijk, en ik vermoedde al dat hij terug onder de grond was gekropen om te verpoppen.
Dat vermoeden bleek juist te zijn toen ik de plantjes aan het verplanten was. Opeens had ik een pop van zeker 5 cm lang en een vinger dik in mijn handen. Het popje dat ik vorig jaar vast had, was slechts een vingernagel groot.
En zijn jasje vond ik even later ook terug. Als bewijsmateriaal kan dat wel tellen! Je ziet duidelijk zijn ogen, zijn pootjes en vooral zijn pijlstaart.
Na het nemen van wat foto’s om op deze blog te plaatsen heb ik ze terug onder de grond gestoken. Ik ben eens benieuwd of ik er volgend jaar in slaag om mijn eigen ligusterpijlstaart vlinder te identificeren en te fotograferen. U leest hier dan ongetwijfeld als eerste!
de eerste foto is toch een beetje eng… jak.
Ik denk dat dat eng uitzien zijn enige verweer methode is. De pop heeft geen mond, en kan dus niet bijten en het enige dat hij kan bewegen is zijn achterlijf en zijn stekel steekt niet.