Upselling kom je tegenwoordig overal tegen. Koop je een paar schoenen, dan proberen ze je aan de kassa zo een spuitbus impregneermiddel te verpatsen. Ga je naar de carwash, vragen ze je om een bodemwasje. De drankenhandel stelt je een cadeauverpakking voor, de slager vraagt of het “een beetje meer” mag zijn en bakker, die spuit overal pudding in.
Zo kwam ik eens om iets voor drie bij een andere bakker binnen. Staan er twee rijsttaarten in de toog aan 10€ /stuk. Nog voor het mijn beurt is komt de bakker de rijsttaarten weghalen. In zijn atelier zie ik dat hij er slagroom op spuit en er wat gemalen nootjes op strooit. BAM, een bresiliennetaart (14€ /stuk). Wie net voor het vieruurtje nog een taart komt halen, die neemt toch wat er nog is, of het nu 10 of 14 euro kost. Ik ben die dag naar huis gegaan met een bresiliennetaart, daar waar ik zeker zo content was geweest met een gewone rijsttaart.
Sta ik deze morgen vroeg, nog voor acht uur bij de bakker en vraag ik om een chocolade broodje. Zoals gewoonlijk krijg ik direct de vraag “met of zonder pudding”. Zonder pudding zeg ik. Die hebben we niet meer meneer, alleen nog maar met pudding. Niet gelogen, maar de halve toog ligt dus vol met chocoladebroodjes mét pudding. En die kosten natuurlijk 0,50 € meer dan de gewone. ‘t Is dat Golb Jr. geen pudding tussen zijn chocolade broodje wil, dat ik er deze keer geen genomen heb. Welke bakker heeft er nu op een zondag om acht uur al geen gewone chocoladebroodjes meer? Dat was niet per ongeluk. Alleen ben ik deze keer niet in zijn val getrapt.