En daarmee bedoel ik natuurlijk fotograferen.
Toen ik gisteren bij valavond de vleermuisjes zag rondfladderen, dacht ik: hier moet ik eens een foto van proberen te maken. Je weet dat het vleermuisjes zijn omdat ze je dat altijd gezegd hebben. Die kleine zwarte schimmetjes die ‘s nachts rakelings langs je voorbij vliegen. Maar echt goed kan je dat niet zien natuurlijk. Een foto zou een ideaal bewijs zijn.
Het is donker, dus wil je zoveel mogelijk licht op je sensor krijgen. Dus je neemt een groot diafragma. Maar hoe ga je dan scherpstellen? Onmogelijk dat je autofocus zo snel is en al helemaal onmogelijk wordt het als je door je zoeker een vleermuis wilt volgen. Dus moet je een zo groot mogelijke scherpte diepte proberen te bekomen. Dat doe je door je diafragma te verkleinen. Maar dan heb je een lange sluitertijd nodig wat bewegingsonscherpte met zich mee brengt. Dus verhogen we de iso maar naar het maximum. Scherpstellen doe je manueel op 4 a 5 meter, tot oneindig. En wanneer je de vleermuis ziet: flitsen.
Ik geef mijn goed raad weg, want toen ik het zelf aan het proberen was, deed ik het allemaal verkeerd. Of toch niet helemaal juist. En het materiaal dat ik heb heeft ook zo zijn beperkingen. Eigenlijk zou je het best met een statief moeten werken, een afstandbediening en een externe flits. Maar zonder dit alles is het ook dolle pret hoor!
Binnenkort heb ik verlof, en dat ga ik het zeker en vast nog eens proberen.
Ondanks het feit dat bovenstaande foto niet echt scherp is (lees, helemaal niet scherp) kan je toch goed zien dat het een vleermuis is.